Arie's persoonlijkheidstest

Hieronder staan allerlei mogelijke karaktereigenschappen en gedragskenmerken. Ze zijn gegroepeerd per levensfase.


Geef per stelling aan in welke mate je mij hierin herkend. 

Meerdere antwoorden per stelling zijn ook mogelijk.

Je kunt het ook aangeven als je mij hier soms wel en soms niet in herkend (wisselend per omgeving). 

Als je een stelling niet goed kunt beantwoorden, erg twijfelt of het niet (meer) weet, kun je die stelling beter overslaan en leeg laten.

Vergeet niet om onderaan op 'verzenden' te klikken (de antwoorden worden dan pas opgeslagen).

Dankjewel, Arie.

geen herkenning niet echt een beetje heel herkenbaar wisselend per omgeving
Ik begon snel na de geboorte met oogcontact maken, optillen van het hoofdje (na 1 week) om de omgeving te bekijken en het met de ogen volgen van ouders vanuit de box.
Ik brabbelde weinig en maakte weinig geluiden die lijken op woorden. Mijn taal kwam moeizaam op gang.
Ik had al vroeg diepgaande interesses.
Ik had als baby een alerte, heldere blik.
Ik had een sterke eigen wil en wilde dingen graag zelf doen.
Ik had een zeer goed geheugen (op 3-jarige leeftijd iets vertellen van een jaar geleden).
Ik had eetproblemen.
Ik had heel veel moeite om in- of door te slapen.
Ik had heel weinig of juist heel veel slaap nodig.
Ik had moeizaam contact met leeftijdsgenootjes, maar kon wel goed kunnen spelen met oudere of jongere kinderen.
Ik had weinig interesse in andere mensen. Ik was vooral op mijzelf gericht.
Ik keek anderen weinig aan of lachte weinig naar anderen.
Ik kende veel begrippen en tegenstellingen (hoog/laag, groot/klein enz.).
Ik kon extreem boos worden om kleine dingen.
Ik kon snel uitgekeken raken op speelgoed.
Ik reageerde nauwelijks als ik me bezeerde.
Ik reageerde niet als ik werd aangesproken met mijn naam.
Ik stelde hoge eisen aan mijzelf, kon extreem perfectionisme tonen en gefrustreerd raken als dingen niet lukken.
Ik stelde ontzettend veel vragen en had het verlangen om alles te weten.
Ik was moeilijk te troosten.
Ik was zeer gericht op bepaalde onderwerpen of details.
Mijn manier van spelen was weinig gevarieerd.
geen herkenning niet echt een beetje heel herkenbaar wisselend per omgeving
Als ik ergens gedreven mee bezig was gaf ik niet snel op en kon ik lang geconcentreerd bezig zijn.
Ik deed dingen steeds in dezelfde volgorde.
Ik had al vroeg een sterk rechtvaardigheidsgevoel.
Ik had behoefte aan minder slaap, maar sliep wel regelmatig en zonder problemen.
Ik had een brede belangstelling en sterke verkenningsdrang.
Ik had een grote woordenschat vergeleken met leeftijdsgenoten.
Ik had een heel beperkte interesse (bijvoorbeeld zeer lange tijd alleen gefocussed op dino's of comupters).
Ik had geen begrip van spreekwoorden of gezegdes.
Ik had geen oog voor de gevoelens van anderen.
Ik had interesse in klokken, kalenders of schema's.
Ik had moeite met het gebruiken en begrijpen van humor.
Ik had moeite met het maken van oogcontact.
Ik had sterke behoefte aan regels en had behoefte aan die houvast.
Ik herkende makkelijk causale verbanden (oorzaak - gevolg).
Ik kon erg moeilijk omgaan met veranderingen.
Ik kon grote leerstappen maken.
Ik kon informatie niet goed ordenen en classificeren.
Ik kon me concentreren op verschillende dingen tegelijk.
Ik kon niet fantasievol spelen en verloor me niet in fantasiespellen.
Ik kon verbeelding en werkelijkheid door elkaar gooien, wat leidt tot angsten.
Ik maakte dingen me eigen zonder veel herhalingen.
Ik maakte woordgrappen die andere kinderen niet begrepen.
Ik nam graag de leiding op me tijdens het spelen.
Ik stelde veel 'waarom' vragen en wilde bij alles de redenen erachter weten.
Ik was al vroeg heel creatief en kon creatieve probleemoplossing toepassen.
Ik was erg gevoelig voor wat anderen van mij verwachten.
Ik was in staat mijn gedrag aan te passen na overdenking.
Ik was kritisch op mijzelf maar ook op de prestaties van anderen
Ik was perfectionistisch.
Ik wilde liever leren dan spelen.
Ik wilde niet spelen met leeftijdsgenoten.
geen herkenning niet echt een beetje heel herkenbaar wisselend per omgeving
Alleen bij activiteiten waarbij gebeurtenissen snel veranderen (zoals gamen, tv, sport) kon ik een hyperfocus hebben.
Als ik een gesprek onderbrak was dat doorgaans omdat ik afgeleid was, maar niet om de ander te corrigeren of te verbeteren.
Als ik heel erg geïnteresserd was in iets (bijvoorbeeld bij een museumbezoek, speurtocht, puzzelen of lezen) kon ik me er urenlang op concentreren.
Als ik niet begon aan een opdracht was dat meestal omdat ik de instructie niet had meegekregen, de opdracht geheel vergeten was of de materialen kwijt was geraakt.
Ik begreep ingewikkelde dingen sneller dan andere leeftijdsgenoten.
Ik deed meerdere dingen tegelijk, waardoor veel 'half' of onafgemaakt.
Ik gedroeg me op school en thuis heel vergelijkbaar. Met name in energieniveau (druk of rustig gedrag) was ik hetzelfde op school en thuis.
Ik had een ijzersterk geheugen en onthield dingen die ik gezien of gelezen had in veel detail.
Ik had vooral moeite met starten van taken waar ik het niet mee eens was of het nut niet van begreep (maar de taak zelf begreep ik wel goed, ik koos er zelf voor om het niet te doen).
Ik hield me niet aan regels, maar stelde ze ook niet ter discussie.
Ik internaliseerde emoties en liet aan de buitenkant niet zien hoe ik me voelde.
Ik keek eerst de kat uit de boom voordat ik zelf iets deed.
Ik kon beter tekenen dan mijn klasgenoten en kon al snel in perspectief tekenen.
Ik kon lange tijd veel bewegen, veel praten en zeer actief zijn.
Ik kon moeilijk op gang komen bij een opdracht.
Ik vermeed opdrachten waarbij ik een lange mentale inspanning moest maken.
Ik verwerkte informatie langzamer dan andere kinderen.
Ik vond de mening van anderen heel belangrijk en wilde graag begrijpen hoe zij over iets dachten, met name bij etische of morele onderwerpen.
Ik was slimmer dan leeftijdsgenoten.
Ik was vaak betweterig en stelde regels ter discussie.
Ik was vaak heel druk.
Ik zat op verjaardagen liever tussen de volwassenen of oudere kinderen dan bij mijn leeftijdsgenoten.
Inkleuren van kleurplaten was niet mijn hobby en kon ik niet lang volhouden.
Mijn interesses waren heel anders dan die van leeftijdsgenoten.
geen herkenning niet echt een beetje heel herkenbaar wisselend per omgeving
Anderen vinden mij vaak een beetje 'te' (denk aan te druk, te intens, te gevoelig, te perfectionistisch, te emotioneel, te kritisch, te moeilijk, te betweterig, te nieuwsgierig of te dromerig).
Gedrag dat afwijkt van de norm vertoon ik op dezelfde manier in verschillende situaties (zowel thuis, op school, op het werk of tijdens een uitje naar een museum of pretpark).
Ik ben autonoom, onafhankelijk en zelfsturend en heb moeite met (strenge) autoriteit.
Ik ben breed geïnteresseerd, leergierig en vind veel verschillende dingen leuk en interessant.
Ik ben creatief (van creatieve oplossingen tot creatieve creaties en creatieve hobby's/werkzaamheden zoals zingen, dansen, schilderen, sporten, etc.).
Ik ben gevoelig voor sfeer en voel deze ook meteen haarfijn aan als ik ergens binnenkom.
Ik ben goed in associatief denken.
Ik ben idealistisch ingesteld en zie vaak al hoe de ideale situatie kan zijn. Daardoor raak ik nog weleens teleurgesteld omdat mijn idealistische beeld geen waarheid is en misschien ook niet kan worden.
Ik ben kritisch op wat ik zie en hoor. Ik neem niet zomaar iets voor waar aan.
Ik ben perfectionistisch ingesteld en stel hoge eisen aan mezelf en aan wat ik doe.
Ik ben perfectionistisch.
Ik ben slecht in plannen en me houden aan afspraken.
Ik ben sterk gevoelig voor prikkels.
Ik ben vaak angstig, openlijk of bedekt.
Ik ben zelflerend, leer vooral door zelf te doen en te ontdekken (autodidactisch) en kan mezelf snel dingen eigen maken.
Ik denk in beelden en kan dingen ook het beste onthouden als ik ze voor me kan zien.
Ik ervaar de emoties van anderen en prikkels van zowel buiten (geluid, licht, geuren, proeven, aanraking) als van binnenuit (honger, slaaptekort, etc.) intens.
Ik heb een bovengemiddelde intelligentie.
Ik heb een gebrek aan inlevingsvermogen en moeite met communiceren (zowel verbaal als non-verbaal: het interpreteren van gezichtsuitdrukkingen). Dit beperkt zich niet tot leeftijdsgenoten, maar is in elke relatie terug te zien.
Ik heb een hoog verantwoordelijkheidsgevoel en ben loyaal naar anderen toe.
Ik heb een rijke verbeelding, vroeger had ik denkbeeldige vriendjes en kon ik nog weleens moeite hebben met het verschil tussen feit en fictie.
Ik heb een verlangen naar intellectuele prikkels. Wanneer deze ontbreken, verlies ik mijn aandacht en raak ik verveeld.
Ik heb een voorkeur voor diepgaande gesprekken en moeite met koetjes en kalfjes. Op sociale gelegenheden zoals verjaardagen kom ik daarom niet graag.
Ik heb grote aandacht voor details.
Ik heb herhaaldelijk interesse in hetzelfde onderwerp en richt me sterk op één aandachtgebied.
Ik heb het gevoel dat mijn zintuigen intensiever werken. Daardoor heb ik bijvoorbeeld moeite met hard/hoog geluid, labels in mijn shirt en/of fel licht.
Ik heb intense emoties. Ik kan intense blijdschap ervaren, maar ook bovengemiddeld verdrietig of boos worden over het leed in de wereld. Als ik iets vervelends zie op het nieuws heb ik daar soms nog dagen last van.
Ik heb moeite met abstract taalgebruik en metaforen.
Ik heb moeite met het begrijpen van abstracte concepten of innovatieve ideeën.
Ik heb moeite met leren.
Ik heb moeite met routinematige werkzaamheden en kan mezelf moeilijk aanzetten tot simpele activiteiten en taken, zeker als ik er het nut niet van inzie.
Ik heb moeite met uitvoerende werkzaamheden.
Ik heb moeite om aansluiting te vinden bij leeftijdsgenoten, maar kan goed communiceren met mensen die ouder zijn dan ik.
Ik heb moeite om mijn eigen gedachten onder woorden te brengen.
Ik heb moeite om mijn eigen gevoelens en emoties onder woorden te brengen.
Ik heb regelmatig ideeën die voor mijn dierbaren, collega’s en leidinggevenden niet te begrijpen zijn of als onrealistisch worden gezien.
Ik heb slaapproblemen.
Ik heb weerstand tegen verandering.
Ik hecht veel aan rituelen en gewoontes.
Ik hecht veel waarde aan rechtvaardigheid. Als zaken oneerlijk zijn of oneerlijk verlopen, kan ik me daar enorm boos en druk om maken. Ik vind het moeilijk om het dan 'los te laten'.
Ik hecht weinig belang aan wat er in anderen omgaat.
Ik kan lang en stilletjes nadenken over dingen, veel in mijn hoofd zitten en plezier halen uit het uitdenken van scenario’s en vraagstukken.
Ik kan me moeilijk verplaatsen in anderen.
Ik kan mezelf volledig in iets verliezen als het mijn interesse heeft. Ik vergeet dan de tijd en de wereld om mij heen. Als mensen op die momenten iets aan mij vragen, hoor ik ze vaak niet eens.
Ik kan moeilijk hoofd en bijzaken uit elkaar houden, daardoor heb ik minder goed overzicht over een taak.
Ik kan slecht omgaan met dingen die 'moeten'.
Ik kan snel schakelen en daarbij analytisch, divergent en lateraal denken om tot (creatieve) ideeën en oplossingen te komen die voor anderen soms moeilijk te begrijpen en te bevatten zijn.
Ik kan vanuit verschillende invalshoeken/perspectieven vraagstukken bekijken en benaderen en haal daar plezier uit.
Ik leer en denk vanuit het geheel naar de losse onderdelen zodat ik de onderdelen in het geheel kan plaatsen en zo kan onthouden (top-down). Met lineair leren (van a naar b naar c naar d) heb ik moeite. Ik denk eerder van a naar f naar b naar h naar c.
Ik merk dat ik (denk)stappen voorloop op de mensen om mij heen. Er wordt mij vaak gevraagd wat ik bedoel en of ik wat langzamer kan gaan. In mijn beleving ga ik helemaal niet te snel.
Ik onderschat mezelf regelmatig. Ik vind wat ik doe vanzelfsprekend en logisch. Ik snap niet dat anderen dat dan knap vinden en/of waarom zij dat ook niet doen/kunnen.
Ik reflecteer veel op wat ik denk en kan daardoor vervallen in het denken over mijn denken waardoor ik niet in beweging kom.
Ik stel graag diepgaande vragen, ik wil begrijpen hoe iets zit, waarom iets is zoals het is. Mijn waarom-vragen worden niet altijd gewaardeerd. Soms vinden mensen dat ik te veel vragen stel, te nieuwsgierig ben of mezelf te veel met dingen bemoei.
Ik stel herhaaldelijk (repeterend) dezelfde vragen.
Ik verlies snel weer mijn interesse wanneer ik begrijp hoe het zit en/of het in de vingers heb.
Ik vertoon problemen rondom het gebruik van de Nederlandse taal.
Ik vertoon terroriserend gedrag.
Ik vertoon vaak obsessief repetitief gedrag.
Ik vind de makkelijke dingen vaak moeilijk terwijl ik de moeilijke dingen juist weer makkelijk vind. Hoe makkelijker iets is, des te sneller ik denk dat mijn antwoord niet klopt omdat het in mijn ogen dan te makkelijk is.
Ik voel me regelmatig eenzaam omdat ik weinig gelijkgestemden om mij heen heb. De mensen om mij heen kunnen niet mee in mijn denk- en zienswijze. Ze begrijpen mij vaak niet en ook mijn gevoel voor humor niet.
Ik voel me vaak echt anders, bijna alsof ik een soort alien ben die hier niet thuishoort.
Ik zeg vaak 'nee' (omdat ik tijd nodig heb om ergens over na te denken).
Ik zie de subtiliteiten en discrepanties in het dagelijks leven die anderen ontgaan. Alsof ik met een vergrootglas rondloop zie ik alles en vind ik het eigenlijk raar dat anderen dat niet zien.
Ik zie en doe dingen anders dan de meeste mensen om me heen. Waar zij rechts gaan, zie ik dat links eigenlijk beter zou zijn.
Ik zie risico’s en problemen eerder aankomen dan collega’s en leidinggevenden en ik zie sneller wat de mogelijke oplossingen zijn.
Ik zie vaak al snel hoe iets beter, mooier of sneller kan.
Ik zie vaak maar één mogelijkheid om ergens mee om te gaan.
In de beginnende schooljaren heb ik mij regelmatig verveeld in de klas en mij verbaasd over de traagheid waarmee leeftijdsgenoten dingen deden en leerden.
In mijn ontwikkeling liep ik voor op leeftijdsgenoten in de vorm van het al eerder lezen, schrijven, lopen en/of praten / ik was juist later, maar deed het al wel meteen foutloos.
Mijn besef van tijd en ruimte is beperkt.
Ouwelijk of formeel taalgebruik komt vooral voort uit kopieergedrag of napraten van anderen, ik doe dat zelden of niet uit mezelf.
Vaak heb ik een houterige moteriek.